Recent onderzoek / toekomst

Hierna wordt een selectie besproken van onderzoek dat naar narcolepsie is gedaan in de laatste jaren en welke behandelingen wellicht in de toekomst mogelijk zijn.

Recentelijk is men meer te weten gekomen over hypocretine. Deze stof is enkel actief bij specifieke thalamische kernen, namelijk enkele intralaminaire kernen van de thalamus en kernen die zich in het midden van de thalamus bevinden. Hypocretine verandert niet de membraaneigenschappen van primair sensorische neuronen of hogere orde neuronen in de thalamus. Hypocretine exciteert thalamocortische en lokale neuronen door activatie van postsynaptische hypocretinereceptoren (Govindaiah & Cox, 2006).

Dat obesitas meer voorkomt bij vrouwen vergeleken met mannen die narcolepsie hebben is al een tijd bekend. Dit is zowel bij mensen als bij muizen met een gebrek aan hypocretine het geval. Een nieuwe bevinding is dat het aannemelijk is dat de gewijzigde leptinesignalen bij vrouwelijke narcoleptische muizen bijdragen aan het toegenomen gewicht (Fujiki ., 2006).

In de dagelijkse praktijk is het moeilijk om ADHD en hypersomnia te diagnostiseren. Daarom worden vragenlijsten gebruikt als gereedschap. In 2006 heeft men gevonden dat wanneer patiënten zelf een vragenlijst invullen om ADHD of overmatige slaperigheid gedurende de dag te diagnostiseren, dat veel patiënten uit beide patiëntengroepen voldoen aan de criteria voor beide aandoeningen. Men kan zich nu afvragen of deze vragenlijsten wel specifiek genoeg zijn voor deze aandoeningen. Wanneer de vragenlijsten wel valide zijn, dan kan men zich afvragen of beide aandoeningen wellicht een gemeenschappelijke onderliggende pathologie hebben (Oosterloo ., 2006). Concluderend kan men zeggen dat men bij de diagnose van ADHD uit moet kijken dat men niet met een slaapaandoening te maken heeft. Voor zowel ADHD als hypersomnia wordt methylfenidaat als medicijn gebruikt, alleen de momenten van toediening en de hoeveelheid is verschillend bij beide aandoeningen.

Uit recent onderzoek is gebleken dat narcolepsiepatiënten die geen medicijnen gebruiken, de gehele dag een lager niveau van alertheid/vigilantie hebben vergeleken met gezonde personen. De hoeveelheid lage frequenties uit het EEG, die bij gezonde personen het vigilantieniveau aangeeft, neemt sterk toe bij narcolepsiepatiënten gedurende de dag. Het is niet dudelijk of deze toename in lage frequenties toe te schrijven is aan een extreem lage vigilantie of dat deze wordt veroorzaakt door een pathologische staat van het brein. Daarnaast werd gedurende de dag, een toename van de hoge frequenties in het EEG gevonden bij narcolepsiepatiënten, dit kan erop wijzen dat deze patiënten actief een hoger niveau van vigilantie proberen te behouden om zo de vigilantiedaling door de ziekte tegen te werken (Smit ., 2005).

Op korte termijn kan de symptomatische behandeling van narcolepsie bestaan uit het toedienen van verfijnde farmacologische stoffen die specifiek ingrijpen op het hypocretinesysteem of de systemen die hiervan afhankelijk zijn (Zeitzer ., 2006). Zo kan men denken aan niet peptide hypocretinereceptor agonisten die door de bloed-brein barrière heen kunnen dringen. Deze agonisten moeten echter nog ontwikkeld worden. Het gebruik van hypocretine agonisten is ingewikkeld omdat de REM-slaap hier waarschijnlijk continu mee wordt onderdrukt. Beter is het om deze agonisten alleen actief te laten zijn wanneer endogene hypocretineneuronen ook zouden vuren, op die manier blijft de REM-slaap toch behouden. Een andere mogelijkheid is om de ziekte af te remmen door anti-immuun medicijnen te gebruiken. Dit kan alleen wanneer de afbraak van hypocretine neuronen werkelijk door een HLA-antigenen gerelateerde immuunaanval wordt veroorzaakt (Wurtman, 2006). Het zou dus interessant zijn om te bekijken wat de effecten van hcrtr2 agonisten en antagonisten zijn op slaap en wat de interacties zijn tussen hypocretine en HLA-DQB1*0602 bij mensen. In de verre toekomst is het wellicht mogelijk om hypocretine bevattende cellen te transplanteren of wellicht wordt een genen therapie ontwikkeld om narcolepsie-cataplexie te behandelen (Zeitzer ., 2006).

Vincent de Groot 2007-05-20