Onregelmatige verdeling van slaap en hypocretine

De onregelmatige verdeling van slapen en wakker zijn over het etmaal en de eenvoud waarmee tussen deze toestanden gewisseld kan worden zijn opmerkelijk bij narcolepsiepatiënten (Volk ., 1990). Ook bij honden zijn de perioden van wakker, slaperig, lichte slaap en diepe slaap gemiddeld korter van duur vergeleken met gezonde exemplaren, de REM-slaap was in het desbetreffende onderzoek echter niet gefragmenteerd en de duur en frequentie hiervan was ook gelijk aan die van controlehonden (Nishino, Riehl, ., 2000). Honden met narcolepsie slaan toestanden over (Nishino, Riehl, ., 2000). Normaal gesproken is de volgorde: wakker zijn, slaperig, lichte slaap en tenslotte diepe slaap. Het ultradiane ritme bij narcolepstische honden is echter niet aangedaan, daar een duidelijke 30 minuten cyclus van REM-slaap gevonden is, wat normaal is bij honden (Nishino, Riehl, ., 2000). Dit is in tegenspraak met het idee dat narcolepsie een ziekte is die te maken heeft met het genereren van de REM-slaap. Patiënten slapen gedurende een etmaal gemiddeld niet langer vergeleken met gezonde personen wanneer over een langere tijd wordt gemeten maar deze perioden zijn wel gefragmenteerd en de overgangen van slaap naar waken en omgekeerd zijn veranderd (R. Broughton ., 1988; Nobili ., 1996; Nishino, Riehl, ., 2000; Hishikawa ., 1976). De patiënten slapen gedurende de dag (daytime episode) langer (Nobili ., 1996). Een deel van de nachtelijke slaap is dus verschoven naar de dag. Deze onnatuurlijke verdeling van slapen en waken kan veroorzaakt worden door een onbalans in de homeostatische-, circadiane- en ultradiane ritmen (Pavel ., 1980; Mosko ., 1983). Het homeostatischeritme wordt nu verder bekeken. Het homeostatische herstelproces, in het twee processen model het S-proces genoemd, neemt toe middels een exponentiele functie die tegen een asymptoot aanloopt gedurende de tijd dat iemand wakker is en neemt exponentieel af gedurende de tijd dat iemand slaapt en is te meten als de variatie van de power in de delta band (0,5-4,5Hz) die Slow Wave Activity (SWA) wordt genoemd (Borbely, 1982; Daan ., 1984). Slaapdeprivatisatie gedurende de dag zorgt voor een verhoogde slaapdruk bij narcolepsiepatiënten en een normale verdeling van de slaapfasen gedurende de nacht, hierin verschillen deze niet van gezonde personen (Nobili ., 1996). Het homeostatischproces werkt dus normaal (Nobili ., 1996). Wanneer het homeostatischeproces wordt onderdrukt, dan wordt een ultradiaanritme zichtbaar (Nobili ., 1996).

Een enkele circadiane oscillator zorgt voor de regulering van motoractiviteit en lichaamstemperatuur, zowel bij gezonde personen alsook bij narcolepsiepatiënten (Mayer ., 1997). De temperatuur volgt in tijd en amplitude het slaap- waakpatroon, daarom wordt hier naar kenmerken van dit ritme gekeken bij patiënten. Narcolepsiepatiënten bevinden zich vaker in de toestand 'passief wakker' ten opzichte van gezonde personen. Deze toestand is gerelateerd aan een lagere lichaamstemperatuur (Mayer ., 1997). Deze lagere temperatuur kan ervoor zorgen dat de persoon eenvoudiger van de toestand van 'passief wakker' naar slaap gaat aangezien een verlaging van de lichaamstemperatuur een voorbereiding is voor de slaap (Mayer ., 1997). Dit kan op een verstoring duiden van de mechanismen die zorgen voor het circadianeritme (Mayer ., 1997). Alleen patiënten met SOREMP's hebben een strakke relatie in de tijd van temperatuurafname en de eerste REM-periode. Dit duidt op het verstoord zijn van door temperatuur gestuurde start van REM-perioden (Mayer ., 1997). Hypocretinen hebben geen significant effect op het circadianeritme (Baumann & Bassetti, 2005) daartegenover staat wel dat het niveau van hypocretine-1 het hoogst is wanneer het circadiane alertheidsignaal ook het hoogst is (Yoshida ., 2001; Dijk & Czeisler, 1994). Observaties hebben aangetoond dat hypocretinen wel een rol spelen bij motoractiviteit en zorgen volgens Sukurai voor het stabiliseren van de slaap (Sakurai, 2005).

Vincent de Groot 2007-05-20