Radboud Universiteit Nijmegen - Biologische psychologie

Diagnostiseren, behandelen en leven met narcolepsie: een autoimmuunziekte die het hypocretinerge systeem selectief afbreekt.

Author

Supervisie Prof. dr. A.M.L. Coenen

drs. ing. V.A.I.C. de Groot (vincent.degroot [at] gmail.com)

Maart 2007

In deze scriptie wordt ingegaan op de huidige stand van zaken omtrent het onderzoek naar narcolepsie. Narcolepsie is een slaapstoornis die zich vooral kenmerkt door de overmatige drang tot slapen gedurende de dag met al dan niet cataplexie-aanvallen. Het is waarschijnlijk dat een verminderd actief hypocretinesysteem de oorzaak is van de symptomen. Bij veel mensen met narcolepsie wordt het human-leukocyte antigen (HLA) DQB1*0602 gevonden wat erop kan duiden dat narcolepsie een autoimmuunziekte is die het hypocretinesysteem vernietigd. Maar ook de omgeving speelt een rol bij het ontwikkelen van de ziekte. Om narcolepsie te diagnostiseren worden hypocretineniveaus gemeten in het hersenvocht (CSF) en wordt een HLA-typering gedaan. Daarnaast worden polysomnografische tests zoals de Multiple Sleep Latency Test (MSLT) en Maintenance of Wakefulness Test (MWT) uitgevoerd. De symptomen hebben een negatief effect op de kwaliteit van leven, ook kunnen deze zorgen voor ongelukken. Men kan narcolepsie nog niet behandelen, de symptomen zijn enkel te onderdrukken. De overmatige slaap gedurende de dag wordt onder andere aangepakt door de personen een beter gedrag met betrekking tot slapen aan te leren. Daarnaast worden onder andere de volgende psychoactieve medicijnen gebruikt: amfetaminen, methylfenidaat (Ritalin) en modafinil. De cataplexie-aanvallen worden onderdrukt met tri-cyclische anti-depressiva (TCA's) en selectieve serotonine heropname blokkeerders (SSRI's).



Vincent de Groot 2007-05-20